De Grote Huizen zijn Dunmer instellingen in de regio van Vvardenfell. Samen heersten ze als een collectief over de provincie.
Huidige Huizen[]
Huis Redoran[]
- Lees meer: Huis Redoran
Huis Telvanni[]
- Lees meer: Huis Telvanni
Huis Indoril[]
- Lees meer: Huis Indoril
Huis Dres[]
- Lees meer: Huis Dres
Huis Sadras[]
- Lees meer: Huis Sadras
Huis Sadras is een Groot Huis dat belangrijk werd tijdens het Vierde Tijdperk. Ze traden toe tot de heersende Raad van Morrowind, samen met Huis Telvanni, Huis Dres, Huis Indoril en Huis Redoran.
Voormalige Huizen[]
Huis Hlaalu[]
- Lees meer: Huis Hlaalu
Aangezien het territorium van Huis Hlaalu grenst aan dat van Cyrodiil en het geen krijgershuis is, omhelsden de Hlaalu het Keizerrijk snel nadat deze aankwamen in Morrowind. Huis Hlaalu verwelkomde de Keizerlijke Wet en de Legioenen, en de vrijheid van handel en religie. Bij gevolg werden leden van het Huis gewaardeerd door leden van Keizerlijke facties. Ze tonen weinig respect voor Dunmer tradities, Dunmer voorouders, de Dunmer tempel en de Nobele Huizen.
Zoals het traditie is voor de Koning van Morrowind om gekozen te worden door een Keizerlijke vertegenwoordiger, zorgde Hlaalu's sterke banden met het Keizerrijk ervoor dat ze ideaal waren voor regeren. Hoewel Koning Helset Hlaalu de positie als heerser van Morrowind volbracht, voelde hij zich ongemotiveerd om zijn Huis officieel te representeren, wat zijn positie als Koning van Morrowind meer een sentimentele positie maakte die voordelig was voor het huis. Het is waarschijnlijk omdat zijn ouders boeren en mijners waren, met een lage rang in de Hlaalu hiërarchie, dat hij zijn huis zo min beschouwde.
Omwille van hun connecties met het Keizerrijk heeft het Huis vele vrienden en vijanden gemaakt. De Aslanders en de drie vampierenclans van Berne, Quarra en Aundae zijn allen vijanden van het huis dankzij de Hlaalu's verbanning van de Aslanders en het antagonisme tegenover de ondoden. Vanwege de politieke verschillen is het huis ook vijandig tegenover Huis Redoran en Huis Telvanni, maar voeren ze geen openlijke oorlog. Huis Indoril draagt veel haat voor de Hlaalu dankzij de constante moordpogingen en complotten tegenover hen nadat Vivec de wapenstilstand tekende. De Camonna Tong, een crimineel syndicaat met Hlaalu connecties, is erin geslaagd het Huis zwart te maken bij de Dievengilde. Het wordt gezegd dat een groot deel van het Grote Huis geleid wordt door de Camonna Tong.
De Grote Huizen hadden basissen op Vvardenfell in de steden van Balmora, Vivec, Suran, Gnaar Mok en Hla Oad. De Graaf van Vvardenfell, Vedam Dren, is een machtige bondgenoot van Huis Hlaalu dankzij zijn voormalige grootmeester status. De echte hoofdstad van het Grote Huis Hlaalu is Narsis, een stad op het vasteland van Morrowind, in het zuiden bij de grens van zowel Cyrodiil en Black Marsh. In Vvardenfell is Balmora de zetel van hun macht, hoewel er geen raadsleden van hen daar leven.
Huis Hlaalu zag haar status van Groot Huis ongedaan gemaakt tijdens het Vierde Tijdperk. Dit was dankzij het verlaten van Morrowind door het Keizerrijk tijdens de Oblivion Crisis. Aangezien de andere Grote Huizen hun woede niet op het Keizerrijk konden afreageren, doelden ze in plaats daarvan op de verwoede Keizerlijke aanhangers, huis Hlaalu. Het Huis werd uitgesloten en verloor bijna al haar macht.
Huis Dagoth[]
- Lees meer: Huis Dagoth
Huis Dagoth was een van de zes Chimer Grote Huizen van Morrowind. De leden van het Huis waren bekend als moedige krijgers en krachtige betovenaars. Voryn Dagoth, de leider van het Huis, bevriende zichzelf met de jonge Nerevar, zijn wijsheid, kracht en vriendschap aanbiedend aan de toekomstige heerser. Doorheen de tijd werd hij Nerevar's senior en meest vertrouwde raadgever.
De val van Huis Dagoth vond plaats aan de Strijd van de Rode Berg. Extreem loyaal aan zijn vriend Nerevar vocht Voryn Dagoth, de toekomstige Dagoth Ur, zij aan zij met hem in de Dwemer burcht, en werd bevolen de profane gereedschappen die de Dwemer uit de werkelijkheid verwijderd had, te beschermen. In deze tijd suggereerde Voryn dat de gereedschappen vernietigd zouden worden, om te voorkomen dat er enige schade zou berokkend worden tegenover de Chimer. Nerevar, gewond en troosteloos dankzij de oorlog, weigerde dit, en vroeg zijn drie raadgevers, Vivec, Almalexia en Sotha Sil om de gereedschappen te beschermen tot zijn terugkeer.
Na een lange tijd besloot Nerevar samen met zijn raad om de gereedschappen op te eisen en hen veilig te houden van slechte handen, maar Dagoth Ur weigerde om ze op te geven, en stond erop dat hij bevolen was door Nerevar om ze niet op te geven. Het Almsivi of het Tribunaal zei dat hij gecorrumpeerd was door het Hart van Lorkhan. Nerevr vocht met Dagoth Ur voor het bezit van de gereedschappen en versloeg hem.
Het Huis was echter niet dood: Dagoth Ur en zeven van zijn bloedbroeders vluchtten dieper in de Rode Berg, en de kinderen van zijn huis werden geadopteerd door anderen. Gedurende drie millennia lagen Dagoth Ur en zijn broeders in een staat van bijna-dood diep onder de Berg. Gedurende deze tijd verkende Dagoth ur's geest de betoveringen van de Profane Gereedschappen en hun verbindingen met het Hart van Lorkhan. Toen hij ontwaakte tegen het einde van het Tweede Tijdperk, bleef weinig tot niets over van Nerevar's vriend die hij eens was, maar een wezen bestond dat geloofde dat hij verraden was door Nerevar en het Tribunaal. Deze gevoelens groeiden in de loop der tijd, wat hem verder tot krankzinnigheid dreef.
Door het gebruik van rituelen bond Dagoth Ur zichzelf en zijn broeders direct aan het Hart van Lorkhan, onmiddellijk gelinkt aan de immense kracht die het bevatte. Dagoth Ur zag deze kracht als het geboorterecht van zijn volk, een goddelijk recht dat hem ontnomen was lang geleden. Zijn doel was om dit geschenk te verspreiden doorheen de Dunmer en misschien zelfs het hele volk van Tamriël. Om dit te doen, ontwikkelde hij een dragersziekte genaamd Corprus. Hij zond een oproep naar de overgeblevenen van Huis Dagoth, Slapers makend van de Dunmer waarvan hun voorouders in andere huizen geadopteerd waren. Ze werden al snel Dromers en sloten zich aan bij de Culte van het Zesde Huis, waar de ultieme glorie was om deel te nemen aan de "Goddelijke Ziekte" en veranderd te worden door Corprus.
Het is veilig te zeggen dat met de bevrijding van het Hart van Lorkhan en de dood van Dagoth Ur, dat Huis Dagoth compleet vernietigd was dankzij de Nerevarine. Met niet alleen het verlies van het Hart van Lorkhan, wat Dagoth Ur en zijn luitenanten met het grootste deel van hun macht voorzag, en de dood van haar leider, is de ondergang van het Huis zeer waarschijnlijk.
De boekenreeks in het spel, Vergif Lied, gaat over een verloren erfgenaam van het Huis Dagoth, en zijn afdaling tot krankzinnigheid in een waanzin van moorden. Het is niet duidelijk of het boek beschouwd wordt als fictie of feit in het spel.
Huis Sotha[]
- Lees meer: Huis Sotha
Huis Sotha was een van de kleinere huizen van Morrowind, totdat het vernietigd werd door Mehrunes Dagon in de tijd van Indoril Nerevar. De enige die de destructie van het huis overleefde was Sotha Sil, die door Indoril Nerevar gered werd en later zijn meest betrouwbare adviseur werd.
Huis Mora[]
- Lees meer: Huis Mora
Huis Mora was een van de kleinere huizen van Morrowind. Bekende leden waren koningin Barenziah, koning Moraelyn en keizerin Katariah. In verloop van tijd werd het huis ontbonden en vele van hun leden werden geadopteerd in Huis Hlaalu.