Elder Scrolls Wiki
Elder Scrolls Wiki
Grote Ineenstorting
Winterholdcity
Het overgebleven deel van Winterhold
Basisinformatie
Naam Grote Ineenstorting
Type Natuurramp
Tijdperk Vierde Tijdperk
Beginjaar [[Tijdslijn|]]
Eindjaar [[Tijdslijn|]]
Plaats Noordelijke kust van Skyrim, Winterhold
Betrokkenen
Partij 1 [[]]
Partij 2 [[]]
Partij 3 [[]]
Partij 4 [[]]
Commandant 1
Commandant 2
Commandant 3
Commandant 4
Strijdmacht 1
Strijdmacht 2
Strijdmacht 3
Strijdmacht 4
Resultaat
Slachtoffers 1
Slachtoffers 2
Slachtoffers 3
Slachtoffers 4
Winnaar
Gevolgen Winterhold grotendeels verwoest
College van Winterhold geschuwd door de lokale bevolking

De Grote Ineenstorting was een geologische gebeurtenis die een groot deel van Winterhold verwoestte. In 4E 122 zweepte een oneindig lijkende reeks stormen uit over de noordelijke kust van Skyrim, wat er voor zorgde dat het grootste deel van de stad in een alarmerend hoog tempo werd weggesleten en weggewassen in de Zee van Geesten. De gebeurtenis verminkte Winterhold, maar het College van Winterhold bleef nagenoeg onaangetast.

Mogelijke oorzaken[]

BA Red Mountain

Kaart van de Rode Berg

Vulkaanuitbarsting[]

Leden van het College van Winterhold speculeren dat de oorzaak een verrijkend gevolg van de uitbarsting van de Rode Berg in Morrowind zou kunnen zijn. Deze uitbarsting vond echter plaats in het Rode Jaar 4E 5, wat 117 jaar voor de Grote Ineenstorting is.

Magische experimenten[]

Een groot deel van de lokale bevolking legt de schuld bij het College neer. Indien de Stormcloaks verdreven worden, zal de Keizerlijke Jarl de Aartsmagiër Savos Aren erin vertrouwen dat het College niet betrokken was bij de gebeurtenis, hoewel de verdenkingen van de bevolking blijven. Bij gevolg blijven de magiërs en hun vennoten over het algemeen vermeden en gehaat.

Gevolgen[]

Sinds deze catastrofale gebeurtenis is Winterhold nooit meer zoals voorheen geweest. Er ontstonden nog meer vooroordelen jegens de Dunmer-vluchtelingen in het College. Dit wordt gedetailleerd beschreven in een brief van de toenmalige Aartsmagiër Deneth aan Jarl Valdimar. Ondanks een formele verontschuldiging bleven de Dunmer en de magiërs gewantrouwd.

Verschijningen[]