| Onderzoek naar de Dwemer (boekdeel II) | |
|---|---|
 | |
| Literaire informatie | |
| Volledige titel | Onderzoek naar de Dwemer (boekdeel II): Hun architectuur en beschaving |
| Auteur | Thelwe Ghelein |
Onderzoek naar de Dwemer (boekdeel II) (Engels: Dwemer Inquiries Vol II) is het tweede deel uit de boekenreeks geschreven door Dwemeronderzoeker Thelwe Ghelein.
Tekst[]
Onderzoek naar de Dwemer (boekdeel II)
Hun architectuur en beschaving
door
Thelwe Ghelein, Geleerde
In de diepgelegen hallen, ver bij mens vandaan
De verlaten Rode Berg, een verwrongen bestaan
Begroet de geest, Begroet de steen
Een dwerg zijn trots, hechter dan been
De weinige overgebleven geschriften ondersteunen de visie dat de Diepe Elfen veel culturele waarde hechtten aan het nastreven van de logica en wetenschap. Dit staat in schril contrast met het geloofssysteem van de meeste andere mer-culturen. Wanneer we ons een maatschappij voorstellen die is ingericht rond een centrale ideologie, dan lijkt het aannemelijk dat fervente geleerden — vooral op het gebied van de wiskunde, metaalbewerking of architectuur — een hogere sociale status zouden moeten genieten, net zoals dat bij de geestelijkheid het geval is in culturen die meer naar het mystieke neigen. Dit idee wordt onderbouwd door een fragment van een Dwemeris-text die afkomstig is van een nederzetting in Skyrim (Irkgnthand), waarvan ik denk dat het geassocieerd is met de Rourken Clan. Het originele Dwemeris en mijn vertaling hiervan staan hieronder gedrukt:
[Dwemerschriftuur]: “Verrezen op bevel neef-van-welgesteldheid Cuolec van Scheziline bevoorrechte taken. Clan-huis bouwt Hoagen Kultorra traditie naar geprezen Wereldvormer”
“Om groot te brengen toegekende-neef Cuolec van welgesteldheid met taken voor familiehuis bouwen Hoagen Kultorra <?> traditie naar vader Mundusvormer”
Sommige geleerden interpreteren deze tekst als bewijs van Dwemerverering van Mundus, maar hier ben ik het niet mee eens. Mijn vertaling van deze passage suggereert dat een gerespecteerde Dwemer die naar de naam Cuolec luistert gepromoveerd werd en een maatschappelijke functie bemachtigde, waarschijnlijk die van tonale architect. De tweede helft van het fragment suggereert dat Cuolec op basis van zijn functie geacht werd om een bepaalde bouwstijl te hanteren.
De betekenis van de term ‘Hoagen Kultorra’ ontgaat mij tot dusver, maar ik ben van mening dat het wel eens de naam van een dergelijke bouwstijl kan zijn. Het is mogelijk dat er verschillende stijlen bestonden, welke van elkaar verschilden qua bouwprincipes en typische structuren.
Eén kenmerk van wat ik als de meest voorkomende bouwstijl van de noordelijke clans beschouw is wat ik het ‘Diepe Trefpunt’ noem. ‘Diepe Trefpunten’ omvatten vaak één of meerdere uitgestrekte natuurlijke grotten, waar ook een aantal andere structuren in voorkomen. Structuren binnenin het Trefpunt kunnen zowel direct vanuit het steen gehakt zijn, of onbelemmerd op de vloer van de grot zijn neergezet. De grootste en meest indrukwekkende Trefpunten, zoals die in Bthardamz, kunnen zelfs wegen omvatten die breed genoeg zijn voor tien grote en schouder-aan-schouder lopende mensen.
‘Arcanex’ zijn normaliter kleinere constructies. Zeer weinig van deze zijn onderzocht voordat ze ontregeld werden door grafrovers of gierige avonturiers, maar de paar onaangetaste locaties die zijn onderzocht bevatten een verrassende collectie aan magische objecten, zoals zielsjuwelen, alchemistische brouwsels en toverachtige teksten. Sommige geleerden concluderen hieruit dat de Dwemer zich eigenlijk wél bezig hielden met de magische kunsten. Op basis van wat we weten van hun cultuur, en inachtnemende dat de meeste arcanex kleinere constructies zijn vergeleken met andere veelvoorkomende indelingen, zou ik willen opperen dat dit simpelweg studiecentra waren, en niets meer dan dat. Misschien bouwden de Dwemer deze hallen wel om mens en mer te bestuderen, die in hun ogen toch net zo vreemd moeten hebben geleken als dat wij hen vreemd vinden?
Veel dwergbolwerken bevatten ook zogeheten ‘Grote Animoculotoriën’. Deze dienden als de fabrieken waarin de centurions en verscheidene andere constructen gebouwd werden. Ik hoopte altijd deze kamers te kunnen bestuderen en op zoek te kunnen gaan naar aanwijzingen die licht zouden kunnen schijnen op de manier waarop zulke mysterieuze automaten tot leven worden gewekt, maar diezelfde wachters zorgen ervoor dat dit soort ruimtes buitengewoon moeilijke en gevaarlijke plekken zijn om te verkennen.