Skaal | |
---|---|
Het dorp 'Skaal' in het jaar 4E 201 uit The Elder Scrolls V: Dragonborn | |
Basisinformatie | |
Naam | Skaal |
- "Wij zijn verbonden met dit land, zoals een fijnspar waarvan de wortels nog dieper liggen dan dat hij lang is "
- ―Frea
De Skaal zijn een afgesplitste stam van Noorderlingen die leven in het noordoosten van Solstheim. Ze staan bekend als vertrouwensvolle en gastvrije mensen die zonder enig wantrouwen buitenstaanders opnemen. Het dorp waarin ze leven bevindt zich ten oosten van de rivier de Isild, vlak aan de Felsaadkust, net ten noorden van het Fjaldingmeer. De Skaal stammen af van Noorderlingen die de Drakencultus op Solstheim dienden. Ze bouwden graftombes om de Drakenpriesters te eren die over hen heersten. Ze zijn zelfvoorzienend in de zin dat ze leven van het land om hen heen. Ze zijn ook terughoudend in het accepteren van munten en maken liever gebruik van ruilhandel.
Religie[]
Hoewel de Skaal van oorsprong Noorderlingen zijn, kennen ze wel hun eigen cultuur, gebaseerd op de verering van de zogeheten ‘Allesmaker’. Ze geloven dat als iemand komt te overlijden, of het nou een dier is of een mens, dat de ziel van de overledene terugkeert naar de Allesmaker, die het daarna omtovert tot een nieuw wezen en het terugstuurt naar de sterfelijke wereld, om daar een nieuw leven te leiden in een nieuw lichaam. Hiermee kijken de Skaal dus ook anders tegen de dood aan dan normale Noorderlingen. Al het leven is heilig voor de Skaal; ze proberen in harmonie met de natuur te leven en ontzien het milieu waar het maar kan. Ze jagen desalniettemin op herten, beren en horkers, maar dan alleen om te kunnen overleden en nooit voor de lol of als oefening. Brandhout verzamelen ze van dode bomen die reeds omgevallen zijn.
De antithese van de Allesmaker wordt ook wel de ‘Tegenstander’ genoemd. De Tegenstander kent vele hoedanigheden, en de Skaal zien in al deze vormen een soort test waarvoor ze moeten slagen om niet lui en zwak te worden. Een van die hoedanigheden van de Tegenstander wordt Thartaag genoemd, de Wereldeter (waarschijnlijk de Skaal haar versie van Alduïn, de Wereldeter). De overlevering gaat ervan uit dat Thartaag terugkeert wanneer het zogeheten ‘Einde van de Seizoenen’ aanbreekt en dat hij dan een eind maakt aan al het leven op Nirn.
Legenden van de Skaal[]
Herma-Mora[]
Volgens de legenden zou de wereld vroeger geregeerd worden door draken die de mens tot slaaf hadden gemaakt en ze dwongen om grootse tempels te bouwen ter verering van de draken. De echelons die het bewind voerden over de slaven werden Drakenpriesters genoemd. Dit waren uitverkorenen die in ruil voor hun toewijding speciale krachten toebedeeld kregen. De priesters stonden te boek als machtige magiërs met een speciale gift: de Thu’um.
Een van deze Drakenpriesters, die ook wel de ‘Verrader’ werd genoemd, werd ooit verleid door Herma-Mora (de Skaal haar benaming voor de Daedrische Prins Hermaeus Mora). Herma-Mora wilde de draken van de troon stoten, maar een andere Drakenpriester, de ‘Bewaarder’, kreeg hoogte van het snode plot. De Bewaarder confronteerde de Verrader en de twee vochten een verschrikkelijk gevecht uit. Deze strijd resulteerde volgens de overlevering in de splitsing van Solstheim en Skyrim. De Bewaarder wist uiteindelijk het gevecht van de Verrader te winnen. Maar net toen de Bewaarder de laatste klap wilde geven, sprong Herma-Mora tussenbeide en redde hij het leven van de Verrader. Als dank voor zijn toewijding kreeg de Bewaarder de heerschappij over Solstheim toegekend. Zijn bewind wordt beschreven als vreedzaam en bloeiend, en zijn stijl van regeren als wijs en rechtvaardig.
De Vrek[]
Een andere legende, die stamt van de tijd dat de Skaal nog een nieuw volk vormden, speelt zich af in een tijd waarin vrede overheerste. De zon bood warmte, er was genoeg om op te jagen, en alle Skaal waren blij met de inspanningen van de Allesmaker. Maar na verloop van tijd werden de Skaal steeds minder dankbaar. Ze werden zelfgenoegzaam en lui. Ze waren vergeten dat de Tegenstander, de antithese van de Allesmaker, altijd toekijkt en wacht op zijn kans om toe te slaan om de Allesmaker en zijn volk tot last te zijn. Hoewel de Allesmaker maar een enkele hoedanigheid kent, beschikt de Tegenstander over vele aspecten, elk voorzien van een bepaalde naam en gender. In deze tijd stond hij te boek als de ‘Vrek’.
De Vrek had een tijdje tussen de Skaal geleefd, totdat op een dag de krachten van de Skaal uit het niets verdwenen. De krijgers werden zwak en de sjamaan verloor zijn controle over de dieren uit het bos. De stamoudsten van de Skaal dachten dat de Allesmaker hen had achtergelaten. Het was op dit moment dat de Vrek van zich liet horen. Hij vertelde hen dat de Allesmaker hun krachten had ontnomen omdat ze zelfgenoegzaam waren geworden. Hij vertelde hen ook dat de Skaal in misère zouden blijven leven totdat eentje de gaven van de Allesmaker zou weten terug te halen. Na deze mededeling verdween de Vrek. De Skaal beraadslaagden zich tot diep in de nacht. Ook de dagen erna stonden bol van de discussie. Ze wisten dat iemand zich op moest offeren, maar niemand wilde die stap zetten.
Toen stond ineens een jonge man op, genaamd Aevar. Hij bood zich aan om als vrijwilliger de gaven terug te halen. Aevar trok door het bos, mediteerde bij elke gedenksteen van de Allesmaker, en kreeg uiteindelijk van de Allesmaker te horen hoe hij de gaven kon terugkrijgen van de Vrek. Hij maakte vervolgens een tocht door heel Solstheim en wist alle gaven van de Vrek te ontlokken. Hierna mediteerde hij wederom, waarna de Allesmaker hem toesprak en hem vertelde dat hij verheugd was met zijn daden en dat de Skaal de komende tijd niet meer voor de Vrek hoefden te vrezen. Aevar keerde na deze woorden terug naar het dorp en bleef de rest van zijn leven toegewijd aan de tradities en ware levensweg van de Skaal.
Exodus en Thirsk[]
Aan het begin van de derde eeuw van het Derde Tijdperk verliet een groep Skaal hun dorp in de hoop dichter bij hun roots te komen. Deze Skaal werden aangevoerd door Hrothmund de Rooie. Ze stichtten in deze periode de honingdrankshal van Thirsk aan de zuidelijke oever van het Fjaldingmeer (hoewel sommige lokale Noorderlingen ervan overtuigd zijn dat deze eerder werd gebouwd, in het late Tweede Tijdperk). Hier leefden ze zoals de Noorderlingen van vroeger; jagen en vechten zonder enige beperking, waarbij de sterkste krijger gebombardeerd werd tot opperhoofd.
Leiders van de Skaal[]
- Tharsten Hart-Slagtand, leider van de Skaal rond 3E 427
- Skaf de Reus, leider van de Skaal voorafgaand aan Fanari
- Fanari Sterke-Stem, leider van de Skaal rond 4E 201