Elder Scrolls Wiki
Quotebg
"Het Keizerrijk kon alleen maar de overwinning van het door de Hoge Elven gedomineerde Aldmeri Dominie afwenden door het vredesverdrag te ondertekenen dat bekend kwam te staan als het Witgouden Concordaat. Met het verdrag kwam er een einde aan de Grote Oorlog."
Laadscherm uit Skyrim[src]

Het Witgouden Concordaat was het vredesverdrag dat een einde maakte aan de Grote Oorlog van het Vierde Tijdperk.

Achtergrond[]

De Grote Oorlog was een conflict tussen het door mensen geleide Keizerrijk van Titus Mede II en het Derde Aldmeri Dominie, dat vooral uit Altmer bestond afkomstig van de Summerset Isles. Hoewel de exacte oorzaak van het conflict nooit duidelijk is geworden wekken een paar quotes uit The Elder Scrolls V: Skyrim de indruk dat de suprematische Elven van de Thalmor de ‘aggressors’ waren in het conflict. Deze gebeurtenissen van de Grote Oorlog vonden plaats ná de Oblivioncrisis (uit The Elder Scrolls IV: Oblivion) en vóór de gebeurtenissen uit The Elder Scrolls V: Skyrim. Het verdrag was voor het Keizerrijk bedoeld om een einde te maken aan het conflict. Zodoende is het verdrag in het voordeel van het Aldmeri Dominie, dat waarschijnlijk de oorlog gewonnen had als het niet het verdrag had ondertekend. Het verdrag bevatte enkele belangrijke bepalingen, zoals het verbod op Talosaanbidding, het formele opheffen van de Blades, en het door de Thalmor toegeëigende recht om zich vrij door Skyrim te kunnen bewegen, vooral ter controle op de naleving van het verdrag. Deze laatste bepaling kwam tot stand nadat het Keizerrijk in de ogen van de Thalmor het verdrag onvoldoende naleefden, wat uiteindelijk culmineerde in het Markarth-incident.

Gevolgen van het verdrag[]

Het Concordaat was zeker niet populair onder de Noordische bevolking van Skyrim, die boos waren over het verbieden van de Talosverering. Ze vonden het ook beschamend dat het Keizerrijk überhaupt een verdrag tekende. Het verdrag, dat erg ongunstig was voor het Keizerrijk, werd desalniettemin geïnitieerd door Keizer Titus Mede II. Het Aldmeri Dominie stemde ermee in na de vernietigende nederlaag bij de Slag om de Rode Ring, waarbij het hele in Cyrodiill aanwezige Aldmeri-leger in de pan werd gehakt door de keizerlijke legioenen. Het Keizerrijk stelde de bepalingen voor omdat het zich realiseerde dat de Aldmeri een langere adem zou hebben en eventueel alsnog als winnaar uit de strijd zou komen. Het keizerlijke leger had drie hele legioenen verloren tijdens de oorlog, en van de legioenen die nog over waren, waren meer dan de helft van de troepen al komen te overlijden.

Een andere bepaling van het Concordaat was de opgave van een groot deel van zuidelijk Hammerfell aan het Aldmeri Dominie. De lokale instanties in Hammerfell waren het echter niet eens met het verlies van zo veel territorium en hadden hun strijd voortgezet zonder hulp van het Keizerrijk. Titus II was zo genoodzaakt om de provincie af te vallen. Veel keizerlijke troepen werden echter vlak hiervoor ‘eervol ontboden’ als ‘invaliden’, waardoor ze in Hammerfell achter konden blijven. De Roodwachten van Hammerfell wisten uiteindelijk de opmars van de Aldmeri te stuiten, wat leidde tot het Tweede Verdrag van Stros M’kai in 4E180. Hierna trokken de Aldmeri zich helemaal terug uit Hammerfell. Het zuiden van Hammerfell, dat ook na het conflict een onafhankelijke provincie bleef, was na vijf jaar van constante oorlogsvoering compleet verwoest. Er wordt gespeculeerd dat de Aldmeri het zuiden van Hammerfell in handen wilden houden om zo het Keizerrijk nog meer te kunnen verzwakken. De Aldmeri hielden er rekening mee dat het Keizerrijk de provincie zou moeten loslaten, wat dan weer zou leiden tot woede onder de Roodwachten jegens het Keizerrijk, aangezien ze zich achtergelaten zouden voelen. Zo geschiedde uiteindelijk ook.

Verdragsbepalingen[]

Bepalingen van het oorspronkelijke ultimatum[]

Het Keizerrijk moest een grote som geld overdragen aan het Aldmeri Dominie, alsmede een aanzienlijk gedeelte van zuidelijk Hammerfell. Daarnaast moest de Talosverering in de ban worden gedaan en moesten de Blades opgeheven worden. Dit waren de oorspronkelijke bepalingen van de Thalmor die in de vorm van een ultimatum aan het Keizerrijk werden aangeboden. Titus Mede II ging hier niet op in.

Bepalingen van het Concordaat[]

Hoewel de bepalingen van het Witgouden Concordaat bijna geheel overeenkomen met dat van het ultimatum, ondertekende Titus Mede II nu wél de overeenkomst. Een groot gedeelte van zuidelijk Hammerfell werd overgedragen aan het Dominie, Talosverering werd verboden, en de Blades werden gesommeerd zich op te heffen. Het enige onderdeel van het ultimatum dat niet terugkwam in het Concordaat waren de betalingen die het Dominie in het ultimatum eiste.

Trivia[]

  • De naam van het verdrag is een verwijzing naar de Witgouden Toren.